
Vrij voorspelbare plot, de wereld is vrij cliché-matig. Boek leest wel lekker vlot en het einde maakt een hoop goed. Het verhaal was niet bijster origineel te noemen.
Kaden, de jongste zoon 1 van de keizer, is al op jonge leeftijd naar een veraf gelegen kloosterorde gezonden. Hij wordt daar in een soort Boeddhistische manier getraind. Zijn broer Valyn is tegelijkertijd wordt opgeleid om een Speerwer te worden, een soort elite-soldaat die op reuzenvogels vliegt. Hun oudere zus, Adare, blijft in het kasteel achter, en leert het geheim van regeren. Van deze drie was Adare de enige waar ik niet direct een band mee kon opbouwen. Kon haar verdragen, maar verder niet.
Het verhaal van zowel Kaden als Valyn waren top, waarbij het plot met de laatste vol actie zat en vol met personages waar je van kon houden.
Kadens verhaal was interessant genoeg, maar was vooral vrij Zen. Adare heeft de taak haar vader te begraven, en wordt aangesteld als minister van financiën. Zij probeert te achterhalen wij er achter de moord op haar vader zat. In eerste instantie beschuldigd zij de Hogepriester van een groot religieuze sekte.
(later meer)
- sommigen zeggen de oudste zoon(↩)
