
Een aardig, maar zeer ongeloofwaardig verhaal dat zich afspeelt ten tijde van de 2e Wereld Oorlog.
Twee broers, Gabian (12) en Jordan (10) worden met hun ouders op transport gezet naar Auschwitz. Onderweg wordt de trein tot stoppen gedwongen en proberen leden van het Poolse verzet de kinderen uit de trein te halen. Helaas gaat dat mis en worden de verzetsstrijders neergeschoten door een SS-patrouille. De twee broers worden door de SS-ers gedwongen om de verzetsstrijders te doden. Na afloop van de executies weten de kinderen op wonderlijke wijze te ontsnappen en vinden dan uiteindelijk een onderdak bij een boerengezin.
Als het te gevaarlijk wordt om daar te blijven vertrekken de jongens, samen met twee andere onderduikers, naar een andere boerderij. Onderweg daarnaar toe worden zij echter gescheiden van elkaar. De jongens weten uiteindelijk de boerderij te bereiken, maar door een stomme fout van Gabian worden zij al snel gepakt door de Duitsers.
Van een Nederlandse schrijver mag je toch wel verwachten dat hij het verschil weet tussen stijl en steil, in een zin als ‘het pad was stijl‘.