Een goed te lezen 2e deel in de serie.
Nadat ze in het eerste deel het geneesmiddel hebben gevonden tegen de Ziekte, worden de kinderen geëvacueerd naar de USS Ronald Reagan, een Amerikaans vliegdekschip. Daar worden ze een tijd lang van elkaar gescheiden en ondervraagd. Na een tijdje lukt het de kinderen om samen met een tweetal bemanningsleden in een helikopter te ontsnappen. Helaas moet Donna achter blijven.
Jefferson, Peter, BrainBox en Theo keren terug naar New York, met het medicijn tegen de ziekte. Donna komt echter aan de andere kant van de wereld, in Cambridge, terecht.
Via meerdere gezichtspunten (5!) beleven wij het verhaal met hen mee. Ieder gezichtspunt heeft zijn eigen stijl, waardoor het ook werkelijk lijkt of door de ogen van de betroffen personage mee kijkt.
Jefferson werkt samen met het ‘Verzet’, die er echter een geheel eigen agenda op na houden. Ondertussen krijgt Donna een nieuwe identiteit en begint aan een studie in Cambridge. Zij ontmoet nieuwe vrienden, doet andere ervaringen op en drinkt af en toe met haar nieuwe vriend Rab een biertje in de kroeg. In het eerste deel was Donna nog wel sympathiek, maar nu is ze gewoon ergerlijk. Alles omtrent haar heeft weinig tot geen doel in het verhaal.
Wat ik me afvraag is waarom de helikopter plots boven Plum Island verscheen. Wist de bemanning dat daar aan een remedie voor het virus werd gewerkt? Waren ze op zoek naar de ‘football’ of was het gewoon toeval?
Diverse hoofdtukken zijn zonder interpunctie geschreven. In eerste instantie dacht ik aan een fout, maar het was gewoon zoals de betreffende persoon (BrainBox/Andrew) dacht. Wat mij een beetje ergerde was hoe, op een gegeven moment, een personage rechtstreeks tegen de lezers sprak. Dat haalde voor mij een beetje spanning weg. Dat is net zoiets als je in de bioscoop zit en een van de acteurs plots uit het filmdoek stapt.