Na eerder een aantal tegenvallende fantasy/YA te hebben gelezen, met niet al te hoge verwachtingen aan dit boek begonnen, maar ik moest mijn mening al gauw bijstellen. Dit was zo’n boek waarvan je altijd nog een hoofdstuk verder wil lezen. En dan nog eentje. En dat is gek, want ik heb de boeken al diverse malen overgeslagen als ik ze in de Koboshop tegen kwam.
Op 17-jarige leeftijd werd Celaena veroordeeld tot de zoutmijnen waar de gemiddelde levensduur 1 maand is. Zij heeft het al een jaar overleefd als zij na haar dienst in de mijnen opgehaald wordt en via allerlei omwegen uiteindelijk terecht komt in een kamer waar de kroonprins Dorian haar een voorstel doet. Of ze doet mee aan een toernooi om kampioen te worden van de Koning, of ze blijft in het kamp. In het toernooi zal ze het moeten opnemen tegen moordenaars, dieven en krijgers. Zelfs tegen een aantal sluipmoordenaars als zij zelf. Natuurlijk zegt ze ja tegen dit aanbod, want als zij wint hoeft ze de koning maar een paar jaar te dienen voor ze definitief vrij is.
Zij is het enige meisje dat meedoet. Toch denkt zij hen allemaal wel te kunnen verslaan.
Eenmaal aangekomen in de hoofdstad traint zij samen met Chaol Westfall, een kapitein van de lijfwacht van de koning. Ze krijgt haar eigen kamers in het kasteel, en maakt mee hoe het leven aan het hof er uit ziet. Wekelijks moeten de kandidaten een proeve afleggen. Falen zij daarin, dan worden ze terug gestuurd naar waar ze vandaan kwamen. Al gauw beginnen er echter vreemde dingen te gebeuren. Kandidaten worden gruwelijk vermoord en niemand weet door wie.
Moest wel aan de hoofdpersoon wennen. Zij was namelijk nogal ijdel en verwaand. Ook steekt zij niet onder stoelen of banken dat zij de beste sluipmoordenaar is. Zij vermoordt niet alleen maar slechtte mensen, maar doet het puur voor het geld. Tja, dat is voor mij eigenlijk een persoon die terecht gevangen zit. Verder in het verhaal kom je er echter achter dat er veel meer achter Celeana zit dan je zou verwachtten.
Wat betreft de mannen in het verhaal (Chaol en de Dorian) zijn een beetje macho-mannen, zonder echt al te macho over te komen. Ook zij hebben echter hun achtergronden en zijn goed uit de verf gekomen. Ik hoop dat we in de volgende delen nog uitgebreider over ze te lezen krijgen, want iets meer achtergrond is wel prettig. We weten van Chaol dat hij afstand heeft gedaan van zijn rechten ten gunste van zijn broer, maar waarom? De driehoeksverhouding tussen Celeana, Chaol en de Dorian was niet helemaal mijn ding.
Verhaal had een goede tempo, de wereldbouw was goed, hoewel we in dit eerste boek alleen nog maar een klein stukje daarvan hebben gezien. Wel had ik, zeker in het begin, het idee dat ik dit al eens eerder gezien had, in een andere serie.