Nadat ze voor de 3e keer op het politiebureau is geweest, wordt Hanna voor observatie opgenomen in het Paedagogium Achisomog, een kinderhuis voor moeilijke kinderen op het terrein van het Apeldoornsche Bosch. Hanna is woedend en begrijpt er niets van. Ze wil alleen maar naar huis.
Letterie vertelt in dit boek wisselend over Jan, een jongen die Hanna op het station van Apeldoorn heft ontmoet, en over Hanna zelf. Ze beschrijft het ‘veilige’ leven dat Hanna heeft in het tehuis, en over de onveilige buitenwereld waar Jan in leeft. Tijdens zijn werk op het station hoort Jan wat de Duitsers van plan zijn. Hij probeert om de leiding van het Apeldoornsche Bosch te waarschuwen.
Het verhaal is grotendeels op waarheid gebaseerd. Het Apeldoornsche Bosch is inderdaad ontruimd en de patiënten en personeel op beestachtige wijze behandeld door de Duitsers. De belevenissen van Hanna lijken veel op die van een ander meisje waarvan Letterie de dossiers heeft kunnen inzien.