Apollo, ooit een God, is door zijn vader Zeus verbannen uit Olympus, en moet als een gewoon sterfelijk mens door het leven. En niet zomaar een mens, maar als 16-jarige puber… met acne.
Apollo lijkt zijn sterfelijkheid meer te kunnen accepteren, hoewel hij duidelijk nog steeds terug verlangt naar Olympus en het God zijn.
Als Apollo’s speurtocht naar de oude Orakels verder gaat eindigen hij en zijn reisgezellen in Indianapolis, daar raken ze in gevecht met een groep, ja wat eigenlijk. Uiteindelijk worden ze gered (duh) en worden naar het ‘Tussenstation’ gebracht, geleidt door twee voormalige Jageressen van Artemis. Hun geadopteerde dochter lijkt in de ban te zijn van het Orakel, maar is verdwenen. Aan Apolo de taak om haar terug te vinden. Die zoektocht leidt onder andere naar de Indianapolis Zoo.
Het was mooi om te zien hoe Apollo/Lester steeds meer de rol van grote broer van Meg ging spelen. Het plot was aardig, maar niet echt bijzonders.
Dit boek was minder goed dan de voorganger, had weinig tempo en was grotendeels een opeenvolging van allerlei bijzaken. Waarom toch 3 sterren? Ach, het heeft me weer een paar uurtjes bezig gehouden.