
Review:
Dit is een van de oorspronkelijke “verloren generatie schip” verhalen, een novelle van twee eerdere korte verhalen van Heinlein. Oorspronkelijk in de jaren ’40 geschreven blijft het verhaal toch boeien.
De ‘bemanning’ van Schip heeft nooit iets anders gekend dan Schip, een gigantisch ruimteschip met meerdere dekken, dat voor hen hun hele universum is. Ze hebben geen notie van beweging of dat er iets buiten Schip is. Lang geleden hebben zij alle begrip van Schip’s technologie en oorsprong verloren, ook al doen ze de dingen die nodig zijn om het systeem draaiende te houden.
Het verhaal gaat over een jongeman, die bezig is om wetenschapper te worden, maar die gevangen genomen word door een groep ‘mutties’, afstammelingen van de muiters, geleid door een bijzonder intelligent tweehoofdige leider, in bezit van een bibliotheek met boeken die hij beter begrijpt dan de ‘bemanning’. Hij toont Hugh de sterren en de echte natuur van Schip. Als Hugh terug keert om zijn mede-bemanningsleden hierover te vertellen, loopt het precies zo als je je kan voorstellen. Het loopt uit op muiterij en verraad. Intussen nadert Schip zijn bestemming.
Wat mij betreft geen top SF verhaal, maar een middenmoter, waarbij wel bedacht moet worden dat dit een boek is dat in de ’40-er jaren van de vorige eeuw is geschreven.