
Ik kreeg dit boek als een ARC/Early Review exemplaar van de uitgever via Librarything in ruil voor een review
Een origineel en interessant verhaal.
Een wereld die de andere kant opdraait in een dag/nachtritme van 30 jaar. De tijd wordt gemeten in arcsec en in graden. Als de zon onder een bepaald aantal graden komt te staan, wordt het tijd om weer op pad gaan, om de duisternis voor te blijven, want in de duisternis gebeuren gevaarlijke dingen.
Gedurende de 30 jarige nacht leven planten en bomen van in een reservoir opgeslagen ‘zonsap’, waardoor zij kunnen overleven.
Iedere jaar lokken de ‘Nocturnals’ een volwassen persoon mee naar de ‘eeuwige nacht’ om deze te besmetten met krankzinnigheid. Dit jaar kozen zij voor een jongen.
Joah, een voormalige ‘retriever’ gaat op pad om de verdwenen jongen te vinden, die mogelijk letterlijk naar de Duistere kant is gegaan. Dan krijgt hij de opdracht om naar het Westen te gaan om achtergebleven groepen jagers en mijnwerkers te waarschuwen dat de gemeenschap gaat vertrekken. Hij vindt hij ook nog een spoor naar de verdwenen jongen
Een leuk verhaal, waarbij de tempo van het verhaal onvast is. Eerst wordt er een groot deel besteed aan het kennismaken met de hoofdpersonen, en dan zijn er opeens weer grote stukken tijd ‘verdwenen’, met slechts een summiere beschrijving over wat er in de tussentijd is gebeurd. Daardoor is er weinig om gelegenheid om de andere personages te leren kennen. Ook de ‘Nocturnals’ blijven daardoor erg onderbelicht.
We leren bijna niets over het leven op deze planeet, en hoe het is om om te leven met deze lange dagen en nachten. Weinig ook is bekend over hoe het leven daar is ontwikkeld, de flora en fauna, de extreme hitte en koude. We weten ook niet hoe de interactie tussen de nacht- en dag culturen. Het is apart om te bedenken dat ze wel over een ruimteschip beschikten, maar verder weinig technologie tot hun beschikking hadden.
Het verhaallijn leek eerder vluchtig doorlopen te zijn dan dat het echt wat vertelde.