Adrian, een 16 jarige jongen, werkt tegen zijn zin als leerjongen een kledingwinkel. Samen met Marcel en Paddy werkt hij voor de Griekse eigenaar, Victor Procopius.
De jongens moeten een dikke man opmeten voor een pak. Marcel moet de man helpen, maar komt na verloop van tijd ontdaan uit de pasruimte. Hij wil echter niet vertellen wat er aan de hand was. Een week later moet Adrian de man helpen bij het passen. De man lijkt echter meer oog te hebben voor de jongen.
Op een hun vrije dagen gaan de jongens naar een voorstelling, waar ze in gevecht raken met een groep jongeren. Beide groepen worden door obers en de manager naar buiten gegooid. Nadat de jongens door de politie bij de winkel zijn afgeleverd, wordt Adrian ontslagen. In zijn wanhoop zwerft hij door het London van de 19e eeuw.
Na een nacht op straat te hebben doorgebracht gaat hij, tegen beter weten in, op zoek naar Augustus, de man uit de kleding zaak. Daar maakt hij kennis met de herenliefde. Na veel verwikkelingen vindt hij eindelijk de liefde van zijn leven.