Op verzoek van een Franse minister vliegt de Schaduw naar Berlijn. De stad is door een muur in twee helften gescheiden. Ene Lapin is naar deze stad vertrokken nadat hij in eigen land diverse mensen had afgeperst. Dat deed hij door met rijke, oudere, vrouwen aan te pappen. Eenmaal in bed beland werd het tweetal dan betrapt door Lapin’s vrouw. Deze mevr. Lapin gaat daarop bij de rijke echtgenoot verhaal halen. In Berlijn willen zij het zelfde spelletje spelen, maar als de Schaduw arriveert, vindt hij het lijk van Lapin.
De Schaduw, mr. Charles Carlier, is een agent van de Franse Surete national, die op eigen houtje werkt. Met zijn loper opent hij deuren die voor anderen gesloten blijven, vaak zonder toestemming van hogerhand.
Het verhaal op zich heeft weinig om het lijf, en is naar mijn mening van veel mindere kwaliteit dan de oorspronkelijke verhalen van Havank. Het lukt de Schaduw om de zaak op te lossen met informatie die de lezer pas laat te weten komt. Taalgebruik doet oubollig aan.
Ook in dit geval zou ik zeggen, de tijd van de Schaduw is over, laat hem rusten.