Op zijn zestiende vluchtte Rymus van huis en ging het leger in. Nu is hij sergeant in de Koninklijke Garde, een elitekorps dat misdaden onderzoekt en bescherming biedt. Hij denkt nauwelijks terug aan zijn verleden, totdat zijn ouders ineens voor zijn neus staan. Als hij hoort dat ze zijn hulp nodig hebben, beseft hij één ding: ze zijn wanhopig. Wat begint met een eenvoudige aangifte, verandert in een netelige zaak vol ethische dilemma’s en onverwachte…
Een echtpaar bezoekt hun zoon, die sergeant van de Koninklijke Garde is. Hoewel hij met zijn familie heeft gebroken, hoort hij hen wel aan, en besluit hen toch te helpen. Ze zijn wanhopig.
De personages zijn boeiend en veelzijdig, soms was het voor mij lastig om de juiste namen aan personen te koppelen.