De Ogen van de draak is een van King’s minder bekende boeken, maar ik heb genoten van het verhaal. Het verhaal is goed toegankelijk geschreven en was bedoeld als sprookje dat King ‘s avonds voor het slapen gaan aan zijn kinderen voorlas. Dat is te merken. De verteller spreekt de lezer soms direct aan. Nadat bleek dat het verhaal aansloeg besloot hij het op papier te zetten.
Het verhaal gaat over de twee koningskinderen Peter en Thomas. Hun moeder is na de bevalling van Thomas gestorven en de Koning is nu verantwoordelijk voor de opvoeding van de jongens. Peter, de oudste, zal hem ooit eens opvolgen. Hij lijkt op zijn moeder, is slim en vriendelijk. Zijn jongere broertje lijkt meer op zijn vader en staat altijd in de schaduw van Peter. Thomas is niet al te snugger, klein en erg onzeker. De hofmagiër Flagg denkt dat hij meer invloed zal verkrijgen als hij Thomas op de troon krijgt en hij bedenkt een duister plan.
Vertelstijl is soms wat stroperig en haalt de vaart uit het verhaal. Het verhaal moet het vooral hebben van de krachtig uitgewerkte personages, en dat is iets waar King goed in is.
Het verhaal past in de wereld van de ‘Donkere Toren’.