Uitgedroogd en de uitputting nabij komt Omar geketend in de woestijn bij zijn positieven. In zijn wanhoop smeekt hij zijn god om zijn geliefde Melikae nog een keer te mogen zien. Maar zijn wens vindt geen gehoor. Dan duikt er, onverwacht en vanuit het niets, een vreemdeling voor hem op. De onbekende stelt Omar voor een onmogelijke keuze: of hij volgt de man als zijn leerling, of hij zal sterven in de woestijn. Omar kan…
Dit heeft last van het typische ‘middelste-deel’ syndroom, en kwam langzaam op gang. Pas ongeveer halverwege kwam de vaart weer een beetje in het verhaal.
[lorem_ipsum_wli]