Na een schipbreuk en een leven aan boord van een schip vol met muiters, zijn de drie jongens aangekomen op een onbewoond eiland in de Stille Zuidzee. De drie jongens worden door de muiters meegenomen naar een zeiljacht, de Willy Waw’, die een goudschat aan boord zou hebben. Tijdens een vechtpartij die aan boord. ontstaat weten de jongens de oorspronkelijke bemanning te bevrijden. Een van hen komt om het leven. De overgebleven muiters worden op diverse plekken aan boord van het jacht opgesloten.
Als het jacht een eiland ontdekt wordt daar aangelegd om water in te slaan. Door hun handigheid weten de jongens een van de muiters te doden, waarop de rest wegvaart met het jacht. Nu moeten zij zich zien te behelpen met het weinige wat ze mee hebben kunnen nemen van de ‘Willy Waw’.