Net zoals alle andere boeken van Clarke was dit weer eens ouderwetse science-fiction. Mooi verhaal, goed doordacht. Geen eindeloze achtervolgingen, experimenten of andere gekke dingen.
Het boek speelt zich af ergens in de 39e eeuw, zo’n 200 jaar nadat de Aardse Zon een super nova is geworden. Door dat de mensheid zich hier lang op heeft kunnen voorbereiden kon zij sterrenschepen met kiemmaterialen uitzenden naar alle uithoeken van de wereld. Deze schepen bevatten de kiemen voor het ontwikkelen van een beschaving op andere planeten, zowel menselijk als dierlijk. Omdat deze ruimteschepen niet snel konden vliegen zodat zij duizenden jaren onderweg waren. In de loop der eeuwen werden de schepen echter steeds sneller en beter en zo kwam het dus dat tegen de tijd dat het zonnestelsel in zakte, ruimteschepen op zo’n 20% van de snelheid van het licht konden vliegen en daardoor dus veel eerder aankwamen op de planten dan de eerder uitgezonden schepen.
Een van de schepen is onderweg naar Sagan 2, maar moet noodgedwongen een stop maken bij Thalassa, een planeet die al werd bevolkt door nakomelingen van een van de andere kiem-schepen.
Het verhaal is goed te lezen, met leuke interacties tussen de verschillende personages. Prettige schrijfstijl.