Was het vorige boek De macht van een koopmansprins voor mij niet echt een boek uit het fantasy-genre, dit boek duidelijk wel. Goed verhaal, met plotwendingen, magie, epische veldslagen en romantiek.
Tot nog toe het beste boek uit deze reeks, niet alleen omdat de oorlog echt begint en het meer actie heeft, maar vooral omdat het niet langer op Ru is gericht. Dit verhaal focust zich op Erik en het gevecht en op de magiërs Puc, Macros, Miranda en Nakur die proberen uit te vinden hoe ze de wereld kunnen redden.
We verliezen een paar belangrijke personages uit eerdere boeken en opnieuw krijgt het Koninkrijk een schop onder zijn kont, maar we komen ook meer te weten over de Goden en de Levenssteen uit eerdere verhalen om de overkoepelende plot van de serie te bevorderen.
De karakter van Erik maakte een flinke groei door. Ru, tja… ben niet zo’n erge fan van zijn karakter, maar eindelijk kwam hij achter het bedrog van Sylvia. Ook de ‘romantiek’ in de boeken hoeft van mij niet zo. Gelukkig waren er de invasie en veldslagen, die mij beter lagen. Kon ze ook goed voor ogen zien.
De strijd tegen de demonenkoning… op het eind bleek dat die, als wezen van vuur, verslagen kon worden door… zeewater. Okay, een flinke hoeveelheid water, maar toch.