Het begint is veelbelovend, met direct grote problemen rond kunstmatige intelligentie. Mike (kMycroft Holmes, Sherlock’s broer) is een supercomputer die van grappen en van kattenkwaad geniet.
Een ander belangrijke karakter is Manuel (Man, Mannie) en Wyoming Knott, maar meestal afgekort tot Wyoh.
Manuel leert dat de computer waar hij aan werkt gevoelens heeft, en ze worden vrienden. Hij raakt betrokken bij revolutionairen en de computer wordt een sleutelfiguur in de revolutie.
De inwoners van de Maan, ooit een strafkolonie, willen onafhankelijke staat worden, los van de Aarde. Deze revolutie wordt gepland en uitgevoerd door Mike.
Echter, de roman wijkt snel in lezingen over politiek, gender relaties, economie, en een overvloed aan andere onderwerpen. Er is veel gepraat, maar niet veel actie.