Hal en zijn vrienden van de ‘Reigers’ zijn in het vorige deel tot winnaars uitgeroepen, alleen om de volgende dag deze titel weer kwijt te raken. Het is namelijk hun fout dat de belangrijkste schat van de Skandiërs is gestolen. In plaats van aan de opdracht van de opperskarl te voldoen (het inleveren van alle wapens die zij hadden gewonnen EN hun boot) besluit Hal er om met zijn vrienden vandoor te gaan om deze schat weer terug te halen bij de piraten. De een-armige Thorn sluit zich bij hen aan.
Een zware storm dwingt de jongens om een schuilplaats te zoeken waar ze de storm kunnen uitzitten. In de tussentijd oefenen zij onder leiding van Thorn hun vaardigheden en werkt Hal aan een nieuwe uitvinding die hen kan helpen.
Tijdens een proefvaart ontdekken de jongens een eenzame sloep midden op zee. De opvarende probeert hun aandacht te trekken. Dit blijkt een meisje te zijn dat heeft kunnen ontsnappen aan de piraten die haar thuisstad hebben overvallen. Het blijkt dat de piraten dezelfde zijn als die waarop de jongens jagen. Vanaf dat moment zit de vaart weer goed in het verhaal, met volop actie.
Het is mooi om te zien dat de jongens (en een oude zeerot) steeds beter als team samenwerken. De personages van de hoofdpersonen ontwikkelden zich goed.
Wat ik jammer vond is dat er veel tijd besteed werd aan het beschrijven van het sturen van de boot of het veranderen van de zeilen of het richten van de ‘Morzel’.