
De ogenschijnlijk eenvoudige opdracht – “Vaar met een bok door de Weerribben en onderzoek de recente diefstallen” – leek aanvankelijk niet serieus genomen te worden. Dit veranderde echter toen Jan in Blokzijl een drone opmerkte. Hetzelfde onbemande vliegtuig dook later ook op boven het terras van Geertien in Muggenbeet.
Kort daarna ontdekte Arie Roos dat de kap van hun buitenboordmotor was gestolen, en vanaf dat moment volgden de gebeurtenissen elkaar in rap tempo op. Bob belandde tot twee keer toe in het water, terwijl Jan en Arie tijdens een verkenning van een loods een Skagerrak en mogelijk de gestolen bokken ontdekten. Hun observatie werd echter bruut onderbroken toen ze werden betrapt en halsoverkop een schuur in vluchtten – een beslissing met onverwachte gevolgen.
Het verhaal kende een prettige vaart en bleef goed te volgen voor de beoogde lezers. Wel bekroop me het gevoel dat de jongens in dit avontuur wat naïef en onoplettend handelden. Hopelijk tonen ze zich in een volgend deel wat scherper en daadkrachtiger.