Het Rad des Tijds draait rond en rond. Eeuwen komen en gaan en laten herinneringen na die sagen worden. Dan vervagen de sagen tot mythen, tot ook die allang vergeten zijn bij de wederkomst van de Eeuw die deze verhalen schiep. In een Eeuw – door sommigen de Derde Eeuw genoemd, een Eeuw die nog zal komen, een Eeuw die al voorbij is – stak een wind op in de Mistbergen. De wind was niet het begin. Het Rad kent geen begin en de wenteling van het Rad kent geen einde. Maar het was een begin.
Dit waren de begin woorden waarmee het Robert Jordan begin 90’er jaren aan het eerst hoofdstuk van dit epos begon. Het was de bedoeling dat dit een trilogie zou worden, later een sextet, maar we komen uiteindelijk uit op 14(!) delen. Er zou later nog een prequel bij komen. Jordan was halverwege deel 12 toen hij overleed. Dit was het geplande laatste deel, maar Sanderson, die door de weduwe van Jordan was gevraagd om het deel te voltooien, kwam al gauw tot de conclusie dat er nog te veel open einden zouden blijven bestaan, en dat er nog zeker 2 of 3 boeken nodig waren. Sanderson bewees met de delen 12 en 13 dat hij was opgewassen om een bijna onmogelijke taak te volbrengen.
Robert Jordan heeft een uitgebreide wereld opgebouwd, die met elke deel weer een beetje groeide met nieuwe gebieden, personages en ontdekkingen.
Buiten Rand, Perrin en Mat waren er nog meer hoofdpersonen, denk bijvoorbeeld aan Eowijn, Nynaeve al’Meara, Egwene al’Vere, Al’Lan Mandragoran, Min Farshaw, Elayne Trakand, Aviendha, Moiraine Damodred. Met zoveel hoofdpersonen en vele figuranten met een belangrijke rol in het verhaal was het niet moeilijk om af en toe te verdwalen in de gebeurtenissen.
Het was een lange reis van Emondsfield waar Rand al’Thor, Matrim Cauthon en Perrin Aybara woonden, maar nu is er dan een einde aangekomen.
Al met al een goed boek, en een prachtige serie, maar het is goed dat we nu aan een einde zijn gekomen.