Dit verhaal speelt verder in de toekomst dan ‘De oorlog van de grote scheuring’. Puc is ouder geworden, en zijn eerste vrouw is al lang geleden overleden. Hij is nu getrouwd met Miranda, de dochter van Macros. De hoofdrollen zijn echter vooral weggelegd voor hun zonen, Magus, een grote magiër, en Caleb, die geen magische geven heeft.
Er is iets vreemds aan de hand in Kesh. Nobelen worden er vermoord, en er gaan geruchten over een groep mensen die zich in de schaduw ophouden. Puc en zijn twee zoons werken samen om de geheimzinnige moordenaars (bekend als de Nachtraven) op te rollen.
In het begin loopt het boek wat langzaam, maar gaandeweg komt de vaart er in, een nieuwe personage, Bek, wordt geïntroduceerd, en hij is een interessante toevoeging.
Wat ik jammer vond, is dat de stiefzonen van Caleb, niet echt uit de verf kwamen, en we ze weinig in actie hebben gezien.
Die nieuwe Nederlandse vertaler heeft schijnbaar niet de eerdere boeken gelezen, want anders had deze vast de naam van Claudius Haviks aangehouden, in plaats van Engelse naam.