Samen met zijn ouders en oudere broer ontvlucht de 16-jarige Freddy Mayer het vooroorlogse Duitsland. Bijna alles moesten zij achterlaten om te mogen vertrekken. Zij hoorden bij de laatste groep Joden die in 1938 het land uit kwamen. Freddy werkt als monteur en taxichauffeur.
Als de japanners in ’42 Pearl Harbour aanvallen, en daarmee de Amerikanen de oorlog in trekken wil Freddy niets anders dan het leger in, maar dat lukt niet omdat hij een Duitser is. Pas als een nieuw gevormde inlichtingendienst wordt opgericht lukt het hem om zich daarbij aan te sluiten.
Als hij, samen met de Joods-Nederlandse Hans Wijnberg en een overgelopen Nazi-officier, naar Oostenrijk wordt gezonden begint voor hem een gevaarlijk avontuur, dat eindigt met een door hem bewerkstelligde bevrijding van de Oostenrijkse stad Innsbruck en de gevangenneming van de Nazi kopstukken daar.
Op zich een goed verhaal, dat goed is onderzocht maar toch net niet helemaal. De schrijfstijl van de auteur was herhalend en wollig.