
Stel je een dystopie voor waarin mensen niet onderdrukt, maar ‘gelukkig’ zijn. Bijna 100 jaar geleden verkende dit boek deze ongebruikelijke toekomst, in schril contrast met Orwell’s ‘1984’. Huxley toont een maatschappij van simpele genoegens, verstoken van kunst, wetenschap en religie, waar men zich buiten werk infantiel gedraagt, afgeleid door seks en drugs. De mensheid is ingedeeld in strikte kasten.
De recensent erkent het interessante concept, maar is genadeloos in zijn oordeel over de uitwerking. Vlakke, niet-innemende personages en een inconsistent verhaal, waarbij de hoofdpersoon pas laat ten tonele verschijnt, leiden tot